Thema van de Engelenmaker van Stefan Brijs
Doorheen het hele verhaal komen een aantal elementen herhaaldelijk terug: het geloof en de wetenschap. Geloof, of gewoonweg religie heeft altijd een grote impact gehad op Victor zijn leven. Na zijn geboorte werd hij in het klooster gezet, waar de zusters allemaal erg gelovig zijn. Later, nadat Victor uit het klooster werd gehaald en naar een school kon gaan, kreeg hij les van priesters, die hem de Bijbel deden lezen. Hierdoor werd zijn beeld van wat God (en Jezus) was, erg beïnvloed. Hij geloofde dat God slecht was, en Jezus goed. Dit is dan ook weer iets dat veel terugkomt in het boek: het onderscheid tussen goed en slecht. Victor kon enkel in zwart-wit denken: ofwel was iets goed (in zijn ogen), ofwel slecht. Hij handelde dan ook naar dit perspectief van wat goed of slecht was. Misschien is dit in andere mensen hun ogen niet goed (of slecht), maar in Victor zijn ogen wél, en hij zal het ook niet op een andere manier kunnen zien.
Blijkbaar had Victor dus het syndroom van Asperger, wat deze manier van denken een beetje zou kunnen verklaren, maar anderen geloofden dan weer dat de duivel in hem zat.
Dit toont weer het contrast tussen het geloof en de wetenschap. Wetenschap speelde namelijk ook een belangrijke rol in Victor zijn leven. Hij wou levens geven, dat was zijn 'missie', als het ware. Maar uiteindelijk blijkt het dat hij dit alleen wou doen om God het nakijken te kunnen geven.
Vertelperspectief van de Engelenmaker van Stefan Brijs
In dit verhaal heb je te make met een auctoriële hij-verteller. De verteller beschrijft alle gebeurtenissen op een objectieve, neutrale manier, Hij staat ook boven het verhaal, en kent de gedachten, gevoelens en de achtergrond van alle personages.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten